Blikveld

In mijn nieuwe nette buurt zie ik op zondagmiddag straatgenoten gezellig buiten borrelen met de buren. De mannen in nette overhemden en de vrouwen dragen een rokje. Op tafel staat het bier in glazen op steeltjes en ik zie een fles rosé. Ik heb in ieder geval twee dingen met deze stijlvol borrelende mensen gemeen: een oneven huisnummer en ik drink ook graag uit glazen op steeltjes. 

Een paar dagen later passeert een buurtvrouw mijn voortuin en ik zie haar verontwaardigde blik. Wat ziet ze? Vier mannen zittend op het gras, omringd door  ingeknepen lege bierblikjes. Haar blik is alleszeggend:  ‘Oh nee, daar gaat de buurt. De familie Flodder is gearriveerd.  Deze stijlloze borrel betekent minstens 50.000 euro waardedaling van onze woning.’
               

‘Nee buurtvrouw, dit is niet wat het lijkt!’ wil ik zeggen, maar mijn uitleg zou haar versnelde pas nooit bijhouden: ‘Geloof me  buurtvrouw, ik drink het liefst mijn bier uit een glas op een steeltje. Echt waar. Alleen in grote mensenmassa’s drink ik bier uit blik, omdat je dan zo dicht op elkaar staat dat een bierblikje vastgehouden op navelhoogte niet opvalt.  Bovendien mors je met blik bij veelvuldig aanstoten veel minder dan met een glas. Daarom in principe alleen bier uit blik op Oranjedag in Amsterdam. Wat u nu ziet is een ongelukkige samenloop van omstandigheden, vijf om precies te zijn: 1. Mijn vrienden kwamen spontaan op bezoek. 2. Ik had geen bier koud staan. 3. Het gekoelde bier van de buurtsuper zit in blikjes. 4. De zon schijnt ’s middags in de voortuin. 5. Het nieuwe tuinmeubilair is nog niet geleverd.’ 

Terwijl de vrouw uit mijn blikveld verdwijnt, grappen mijn vrienden dat het nog veel erger kan: ‘Stel dat de camerawagen van Google Streetview nu langsrijdt voor het updaten van hun foto’s. Of de beoordelaar van die lopende vergunningaanvraag voor je dakkapel.’  Ze hebben gelijk. Die ambtenaar moet wel denken:  ‘Nou nee, dit kan ons gemeentelijk daglicht niet verdragen. Laat het maar lekker donker blijven op die zolder.’ 

De enige manier waarop ik mijn reputatie kan herstellen is een correctieve buurtborrel in de voortuin. Maar als het tafereel van vandaag uitlekt, gaat geen fatsoenlijke buur op mijn uitnodiging in. Ik informeer bij een cateraar of ze naast glazen op steeltjes ook chique geklede borrelgasten kunnen meeleveren.  Na een korte stilte aan de andere kant van de lijn hoor ik: ‘Ja…eh, dit is wel hoogst ongebruikelijk, maar… natuurlijk kunnen we dat voor u regelen meneer.’  De toon waarop ze het zegt communiceert: zolang u maar niet in mijn straat woont.

Enjoy now,

Miro