FAUSTSCHNAPPVERSCHLUSS

MALAYSIA, Sepilok Orangutan Rehabilitation Centre - Een zevenjarige Orang-oetang is er gisteren op miraculeuze wijze in geslaagd om vanaf boom 7 voederplatform A te bereiken zonder de grond ook maar één keer te raken. De Orang-oetang luistert naar de naam Olivia (maar reageert hier verder niet op). Olivia vertelt haar verhaal: "OEEEHOEE IEEE HIIIIIII HAAA AAHH IEEE FAUSTSCHNAPPVERSCHLUSS OEE OEE IEIE IEOOO." Een verzorgster van het Orang-oetang opvangcentrum vertaalt het Orang-oetangs:

"Het was weliswaar een zeer hete dag, maar ik had me voorgenomen om het voederplatform te bereiken via de bomen. Via de grond zou te makkelijk zijn. Ik ben niet voor niets kampioen apenkooien bij ons in de Orang-oetang wezencrèche.

Het begin was erg moeilijk. De enige manier om de volgende boom te bereiken vanaf mijn startpunt was door mezelf een slinger te geven en op het hoogtepunt van mijn zwaai de verst uithangende tak van de andere boom te grijpen. Dit is een gevaarlijke onderneming voor Orang-oetangs, want fatale fouten op meer dan 20 meter hoogte kunnen wij ons als bedreigde diersoort niet veroorloven. In ons overlevingsmanifest staat dat wij de ene arm pas mogen loslaten als de andere arm 100% grip heeft gevonden. Dus niet 95% of 99%, maar de volle 100%. Orang-oetangs noemen deze vereiste 'Faustschnappverschluss'. Dit is overigens het enige woord dat Orang-oetangs van het Duits lenen. Eenvoudigweg omdat geen ander woord de betekenis van het begrip beter en korter weergeeft.

Tijdens mijn pogingen werd ik afgeleid door het geluid van regendruppels, terwijl het niet regende. Beneden mij zag ik de oorzaak van het vochtige gekletter. Een hevig zwetende westerse bezoeker veegde een straal zweetdruppels van zijn voorhoofd. Ik noem hem voor het gemak maar ‘de Zweed’. De Zweed hield mij nauwgezet in de gaten.

Ik vond dat niet erg, want ik presteer veel beter met publiek en geniet er ook van. Ik ga hierbij niet zo ver als Orang-oetang Joe, die schaamt zich echt nergens voor. Joe laat zich altijd uitgebreid bewonderen door de aanwezige bezoekers. Hij hangt rustig 10 minuten open en bloot met een arm en een been aan een touw en zit er totaal niet mee dat zijn klokkenspel digitaal wordt vastgelegd, 

Bij mijn pogingen het platform te bereiken, kijk ik af en toe naar de Zweed. Eén keer denk ik zelfs dat hij wil applaudisseren, maar hij houdt zich in. Waarschijnlijk wil hij de aandacht niet trekken met zijn natte handgeklap. 

Het voederen is al begonnen, maar ik ben te trots om de snelle uitgesleten grondroute via het bezoekersplatform te nemen. Het laatste gedeelte van de tocht is tevens het lastigste. Ik moet mijzelf langs de stam van een veel te dikke boom (voor een Orang-oetang van 7 jaar - red.) laten zakken om het voederplatform te bereiken. Voorzichtig en tergend langzaam glijd ik naar beneden. Ik klamp mij vast aan uitstekende stukjes schors of stompjes die ooit takken waren. Mijn armen en benen klem ik om de boom als een drenkeling om een reddingswerker met overgewicht. Het ziet er niet uit, maar het kan me niet schelen, ik moet en zal het op eigen kracht halen. En ik haal het. De bananen smaken extra goed na zo’n klauterpartij. 

Ik draai mij om in de richting van de Zweed en zie dat hij nog steeds naar mij kijkt. Hij steekt zijn vuist met een omhooggestoken duim in de lucht. Ik heb geen idee wat hij daarmee bedoelt. Wil hij me soms laten weten dat hij ook opponeerbare duimen heeft, net als Orang-oetangs?”

Hier eindigt de vertaling door de verzorgster en daarmee het verhaal van Olivia. Op de vraag hoe de verzorgerster dit gedetailleerde verslag kon afleiden uit slechts de woorden 'OEEEHOEE IEEE HIIIIIII HAAA AAHH IEEE FAUSTSCHNAPPVERSCHLUSS OEE OEE IEIE IEOOO', gaf zij het volgende antwoord: "Orang-oetangs zijn uiterst efficiënte en energiezuinige dieren. Dat zie je dus ook in hun taalgebruik. Ja, en ik verbaas me ook nog elke keer als ik een Orang-oetang ‘Faustschnappverschluss’ hoor zeggen. Maar daarmee houdt ook elke vergelijking met Duitsers op hoor. Kijk die vent daar bijvoorbeeld, dat is vast een Duitser, een Nederlander kan ook. Ik heb nog nooit een Orang-oetang zo hard zien zweten.”